Je pauzeert eerst bij de Joodse begraafplaats Beth Haim. De begraafplaats werd in 1659 ingewijd en is de oudste blanke begraafplaats van het eiland en van het westelijk halfrond. Het is ook een nationaal monument van Curaçao. Daarna bezoek je een andere historische locatie die ook gecreëerd werd als vreedzaam toevluchtsoord, Landhuis Rooi Catootje. Dit landhuis dateert uit 1820 en stond oorspronkelijk bekend als 'Rust en Vrede'. Het huis was eigendom van de Maduro-familie sinds 1852, toen S.E.L. Maduro het als een geschenk voor zijn vrouw Rebecca Curiel van haar ouders kocht. Het huis is nu een museum. Je gaat vervolgens naar het 17e-eeuwse landhuis Chobolobo, eigendom van een Joodse familie, waar Curaçaose likeur wordt gemaakt. Je krijgt het huis te zien en leert meer over de naam en geschiedenis van de familie. Je kunt voordat je weer weggaat ook dit beroemde lokale product nog even proeven. Vervolgens maak je een ritje door de oude Joodse wijk Scharloo. Je pauzeert bij de synagoge Mikveh Israel Emanuel, die lokaal ook wel bekend staat als Snoa en die op exceptioneel heilige grond staat. Het Joodse geloof wordt hier zonder onderbreking beoefend sinds 1732. De Joodse gemeente is nog ouder en werd opgericht in 1651. De angst voor vervolging dreef veel van de vroegste Joodse bewoners van Curaçao naar dit eiland. Ze waren met recht enigszins terughoudend over het uiten van hun geloof, zelfs na het stichten van hun gemeente en het bouwen van hun synagoge ongeveer een eeuw later. Dat is een van de belangrijkste redenen dat er in de Snoa tegenwoordig een vloer van zand ligt. De vloer is een eerbetoon aan de vroege Joodse bewoners van Curaçao die zo zacht mogelijk moesten lopen en bidden toen ze elkaar tijdens de Spaanse Inquisitie in het geheim ontmoetten.